Engels voor Mavo 1 & 2: Jouw gids voor games, YouTube en meer!
Hey Mavo leerlingen uit Rotterdam! Klaar om Engels te leren op een manier die echt bij jou past? Of je nu graag games speelt, je favoriete YouTubers volgt, of gewoon de nieuwste trends op social media checkt, overal kom je Engels tegen. Deze gids helpt je om Engels makkelijker te begrijpen en zelfverzekerd te gebruiken, thuis, op school, en straks misschien wel op reis of in je eerste baan.
Jouw handige naslagwerk voor de basis van het Engels.
Waarom is Engelse grammatica belangrijk?
Engels is overal om je heen!
Engels is super belangrijk voor jou! Denk maar eens aan je favoriete games, leuke YouTube-video's, TikTok en Instagram. Veel content is in het Engels. Als je de basis van de grammatica begrijpt, kun je beter:
  • Chatten met vrienden uit andere landen.
  • Grappige memes en posts snappen.
  • Je favoriete artiesten of sportteams volgen.
  • Zelfs op vakantie in het buitenland!
En later? Misschien krijg je wel een toffe baan in Rotterdam of ergens anders waar je Engels nodig hebt om met collega's of klanten te praten. Goede grammatica helpt je om je gedachten duidelijk over te brengen, zowel in gesprekken als als je iets schrijft.
Speciaal voor jou gemaakt
Deze gids is speciaal gemaakt voor mavo-leerlingen in leerjaar 1 en 2 uit Rotterdam, zoals jij! We weten dat Engels soms een beetje lastig kan zijn, maar we helpen je op weg met de belangrijkste onderwerpen:
  • Present Simple en Present Continuous: Hoe zeg je wat je nu doet of wat je altijd doet?
  • Articles (a/an/the): Wanneer gebruik je 'een' of 'de/het' in het Engels?
  • Personal Pronouns (I, you, he, she, it, we, they): Hoe verwijs je naar mensen en dingen?
  • Possessive Pronouns (my, your, his, her, its, our, their): Hoe zeg je dat iets van jou is?
  • Meervoud: Hoe maak je woorden meervoud in het Engels?
We leggen alles uit met simpele Nederlandse woorden en voorbeelden die je herkent uit jouw eigen leven in Rotterdam en op school!
Engels voor jou: De Basis!
Hey mavo-leerling uit Rotterdam! Engels is superhandig, niet alleen voor school, maar ook voor alles wat jij leuk vindt. Denk aan gamen, je favoriete YouTubers volgen, chatten op social media, reizen en later misschien zelfs je droombaan! Deze gids helpt je om de belangrijkste basis van het Engels te snappen, met uitleg in het Nederlands en voorbeelden uit jouw wereld.
1
Present Simple (Tegenwoordige Tijd Enkelvoud)
Gebruik je voor dingen die je altijd doet, feiten, of gewoontes.
Voorbeelden:
  • I play games every day. (Ik speel elke dag spelletjes.)
  • She lives in Rotterdam. (Zij woont in Rotterdam.)
  • We go to school. (Wij gaan naar school.)
2
Present Continuous (Tegenwoordige Tijd Duurvorm)
Gebruik je voor dingen die nu gebeuren, op dit moment.
Voorbeelden:
  • I am watching a YouTube video now. (Ik ben nu een YouTube-video aan het kijken.)
  • They are playing football. (Zij zijn nu aan het voetballen.)
  • He is learning English. (Hij is Engels aan het leren.)
3
Articles (Lidwoorden: a, an, the)
'A' en 'an' zijn voor onbepaalde dingen (één van velen). 'The' is voor bepaalde dingen (een specifieke).
Voorbeelden:
  • A friend, an apple.
  • The Erasmus Bridge. (Die ene specifieke brug in Rotterdam.)
  • The game I'm playing. (Dat ene specifieke spel.)
4
Personal Pronouns (Persoonlijke Voornaamwoorden)
Gebruik je om een persoon of ding te vervangen. Denk aan: ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij (meervoud).
Voorbeelden:
  • I like TikTok. (Ik vind TikTok leuk.)
  • You are a student. (Jij bent een leerling.)
  • He plays Fortnite. (Hij speelt Fortnite.)
  • She goes to mavo. (Zij gaat naar de mavo.)
  • It is my phone. (Het is mijn telefoon.)
  • We live in the Netherlands. (Wij wonen in Nederland.)
  • They are my classmates. (Zij zijn mijn klasgenoten.)
5
Possessive Pronouns (Bezittelijke Voornaamwoorden)
Vertellen wie de eigenaar is. Denk aan: mijn, jouw, zijn, haar, zijn/haar (voor ding), onze, jullie, hun.
Voorbeelden:
  • My bike is new. (Mijn fiets is nieuw.)
  • Your school is big. (Jouw school is groot.)
  • His game is fun. (Zijn spel is leuk.)
  • Her phone is expensive. (Haar telefoon is duur.)
  • Our city is Rotterdam. (Onze stad is Rotterdam.)
  • Their teacher is kind. (Hun leraar is aardig.)
6
Plurals (Meervoud)
Meestal voeg je een '-s' toe om iets meervoud te maken. Soms eindigt het op '-es' of verandert het woord helemaal.
Voorbeelden:
  • One friend, two friends. (Eén vriend, twee vrienden.)
  • One bus, two buses. (Eén bus, twee bussen.)
  • One child, two children. (Eén kind, twee kinderen.)
  • On your social media profile: Likes and comments.
Engels voor Jou: Waarom het Belangrijk is!
Engels is superhandig, zelfs als je nu nog niet doorhebt waarom! Het helpt je bij games, social media, je favoriete YouTubers en misschien wel je toekomstige baan of reizen. Laten we de basis leren met voorbeelden uit jouw wereld.
Games & YouTube
Speel online games met vrienden uit andere landen en volg je favoriete YouTubers zonder ondertitels. Nice!
Social Media
Op TikTok, Instagram en Snapchat kom je overal Engels tegen. Zo snap je wat iedereen zegt en kun je meepraten.
Reizen & Werk
Ga je op vakantie in het buitenland? Dan kun je makkelijk de weg vragen of eten bestellen. Later is het handig voor een goede baan!
De Basis van het Engels
Hier zijn een paar belangrijke dingen die je moet weten om goed Engels te spreken en schrijven:
Present Simple (Gewoonlijk)
Gebruik je voor dingen die altijd gebeuren, regelmatig of feiten zijn. Denk aan je dagelijkse routine.
Voorbeelden:
  • I play football. (Ik speel voetbal.)
  • She likes TikTok. (Zij vindt TikTok leuk.)
  • We live in Rotterdam. (Wij wonen in Rotterdam.)
Present Continuous (Nu bezig)
Gebruik je voor dingen die NU aan het gebeuren zijn, of die tijdelijk zijn.
Voorbeelden:
  • I am playing a game now. (Ik ben nu een spel aan het spelen.)
  • He is watching YouTube. (Hij is YouTube aan het kijken.)
  • They are learning English. (Zij zijn Engels aan het leren.)
Articles (Lidwoorden)
Dit zijn de kleine woordjes 'a', 'an' en 'the'.
  • A / An: Gebruik je voor 'een'. A voor woorden die beginnen met een medeklinker (a book, a friend). An voor woorden die beginnen met een klinker (an apple, an hour - de 'h' klinkt hier als een klinker).
  • The: Gebruik je voor 'de/het' als je het over iets specifieks hebt (the school, the game).
Personal Pronouns (Persoonlijke Voornaamwoorden)
Deze staan in plaats van een persoon of ding.
  • I (Ik)
  • You (Jij/U)
  • He (Hij)
  • She (Zij)
  • It (Het, voor dingen of dieren)
  • We (Wij)
  • They (Zij/Hen)
Voorbeeld: He plays football with his friends.
Possessive Pronouns (Bezittelijke Voornaamwoorden)
Deze laten zien van wie iets is.
  • My (Mijn)
  • Your (Jouw/Uw)
  • His (Zijn)
  • Her (Haar)
  • Its (Zijn/Haar, voor dingen of dieren)
  • Our (Ons/Onze)
  • Their (Hun/Haar)
Voorbeeld: This is my phone. (Dit is mijn telefoon.)
Plurals (Meervoud)
Meestal voeg je een -s toe om het meervoud te maken.
  • friend > friends (vriend > vrienden)
  • game > games (spel > spellen)
  • school > schools (school > scholen)
Soms eindigt een woord op -es (bijv. bus > buses), en soms verandert het woord helemaal (child > children).
Engels voor jou: Simpele grammatica
Engels is superbelangrijk in jouw leven! Of je nu games speelt, video's kijkt op YouTube, chat op social media, of later gaat reizen of werken in Rotterdam of daarbuiten, Engels helpt je overal. Laten we beginnen met de basis zodat je straks makkelijk kunt communiceren.
1
Present Simple
Gebruik deze tijd voor dingen die je altijd doet of die waar zijn.
Voorbeeld: I play football every Saturday.
(Ik speel elke zaterdag voetbal.)
She lives in Rotterdam.
(Zij woont in Rotterdam.)
2
Present Continuous
Deze tijd gebruik je voor dingen die je nu aan het doen bent.
Voorbeeld: I am watching a TikTok video right now.
(Ik ben nu een TikTok video aan het kijken.)
We are playing a game.
(Wij zijn een spel aan het spelen.)
3
Lidwoorden (Articles)
Lidwoorden zijn a, an en the. Ze zeggen iets over zelfstandige naamwoorden (mensen, dieren, dingen).
A/An: Gebruik je voor 'een', als het niet specifiek is.
Voorbeeld: a friend, an apple (bij een klinker).
The: Gebruik je voor 'de/het', als het wel specifiek is.
Voorbeeld: the school, the games.
4
Persoonlijke voornaamwoorden (Personal Pronouns)
Dit zijn woorden zoals 'ik', 'jij', 'hij', 'zij', 'wij', 'jullie', 'zij'.
  • I (ik)
  • You (jij/u)
  • He (hij)
  • She (zij, vrouwelijk)
  • It (het, voor dingen/dieren)
  • We (wij)
  • They (zij, meervoud)
5
Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive Pronouns)
Deze woorden laten zien van wie iets is: 'mijn', 'jouw', 'zijn', 'haar', 'onze', 'hun'.
  • My (mijn)
  • Your (jouw/uw)
  • His (zijn, van hem)
  • Her (haar, van haar)
  • Its (ervan, van het)
  • Our (onze)
  • Their (hun)
6
Meervoud (Plurals)
Maak van één ding meerdere dingen. Meestal plak je er een -s achter.
Voorbeeld: one friend → two friends (één vriend → twee vrienden)
one game → many games (één game → veel games)
one school → two schools (één school → twee scholen)
Soms zijn er uitzonderingen, die leer je later!
Engels: Waarom het belangrijk is voor jou!
Hé, MAVO-leerling! Waarom moet je eigenlijk Engels leren? Denk eens aan je favoriete games, YouTube-video's, TikToks en Instagram-posts. Vaak is dat allemaal in het Engels! Als je Engels goed begrijpt, kun je veel meer meekrijgen en meedoen.
Games & YouTube
Veel games zijn in het Engels. En de coolste YouTubers maken vaak video's in het Engels. Als je Engels begrijpt, kun je deze games helemaal snappen en van alle video's genieten.
Social Media
Op TikTok, Instagram en Snapchat kom je overal Engels tegen. Met Engels kun je chatten met mensen van over de hele wereld en leuke posts begrijpen.
Reizen & Werk
Stel je voor, je gaat op vakantie naar Spanje of Italië. De mensen daar praten vaak Engels met toeristen. En later, als je gaat werken, is Engels superhandig. Veel banen vragen om een beetje Engels.
Laten we beginnen met de basis!
Jouw Engels: 'a', 'an' en 'the' – De kleine woordjes die veel doen!
Engels is overal: in je games, op social media en als je reist! Net als in het Nederlands gebruiken we in het Engels ook kleine woordjes voor zelfstandige naamwoorden, zoals 'een' en 'de/het'. Deze noemen we 'lidwoorden' of 'articles'. Laten we kijken wanneer je 'a', 'an' of 'the' gebruikt.
Wanneer gebruik je 'a'?
Gebruik 'a' (spreek uit als 'uh') als het woord dat erna komt begint met een medeklinkerklank (zoals de 'k' in 'kat' of de 's' in 'school').
  • a friend (een vriend)
  • a game (een spel)
  • a school (een school)
  • a uniform (een uniform – klinkt als 'joe', een medeklinkerklank)
Wanneer gebruik je 'an'?
Gebruik 'an' (spreek uit als 'uhn') als het woord dat erna komt begint met een klinkerklank (zoals de 'a' in 'app' of de 'o' in 'orange').
  • an app (een app)
  • an hour (een uur – de 'h' is hier stil, dus het klinkt als een klinker)
  • an elephant (een olifant)
  • an interesting YouTube video (een interessant YouTube-filmpje)
Wanneer gebruik je 'the'?
Gebruik 'the' (spreek uit als 'duh' of 'die') als het gaat om iets specifieks, iets dat al bekend is, of als er maar één van is.
  • the Erasmus Bridge (de Erasmusbrug – er is er maar één in Rotterdam)
  • the teacher (de leraar – een specifieke leraar)
  • the game I'm playing (het spel dat ik aan het spelen ben – specifiek spel)
  • the social media trends (de social media trends – specifieke trends)

Soms heb je geen lidwoord nodig! Bijvoorbeeld bij algemene meervouden of zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen (zoals water). Bijvoorbeeld: I like games (Ik houd van games) of I drink water (Ik drink water).
Engels voor MAVO: Handige Regels voor Jou!
Engels is overal om ons heen! Of je nu games speelt, YouTube-filmpjes kijkt, social media checkt, of later gaat reizen of werken, je komt altijd Engels tegen. Laten we de belangrijkste regels leren zodat je altijd goed uit de voeten kunt!
1. The Present Simple (De Gewone Tegenwoordige Tijd)
Gebruik je voor dingen die altijd waar zijn, gewoontes of feiten.
  • Ik speel games. (I play games.)
  • Zij woont in Rotterdam. (She lives in Rotterdam.)
  • Wij gaan naar school. (We go to school.)
2. The Present Continuous (De Duurvorm van de Tegenwoordige Tijd)
Gebruik je voor dingen die nu gebeuren, of tijdelijk zijn.
  • Ik ben nu aan het leren. (I am learning now.)
  • Jij bent een video aan het kijken. (You are watching a video.)
  • Zij zijn voetbal aan het spelen. (They are playing football.)
3. Articles: A, An & The (Lidwoorden)
A en An betekenen 'een'. Gebruik an voor woorden die met een klinkerklank beginnen (a, e, i, o, u).
  • A dog (een hond)
  • An apple (een appel)
  • The Erasmus Bridge (de Erasmusbrug)
  • The school (de school)
4. Personal Pronouns (Persoonlijke Voornaamwoorden)
Deze woorden vervangen namen van mensen of dingen.
  • I (ik)
  • You (jij/u)
  • He (hij)
  • She (zij)
  • It (het/die/dat)
  • We (wij)
  • They (zij, meervoud)
5. Possessive Pronouns (Bezittelijke Voornaamwoorden)
Deze woorden laten zien van wie iets is.
  • My phone (mijn telefoon)
  • Your friends (jouw vrienden)
  • His game (zijn spel)
  • Her book (haar boek)
  • Its colour (zijn/haar kleur, van een ding)
  • Our team (ons team)
  • Their homework (hun huiswerk)
6. Plurals (Meervoud)
Om van enkelvoud meervoud te maken, voeg je meestal een -s toe.
  • One book → two books (één boek → twee boeken)
  • One friend → two friends (één vriend → twee vrienden)
Soms eindigt het op -es (bijvoorbeeld na s, x, ch, sh) of verandert het woord helemaal (bijvoorbeeld man → men).
Tip: Maak je geen zorgen om fouten! Daar leer je juist van. Oefen veel met Engelse zinnen, luister naar Engelse muziek of podcasts, en vraag je docent om hulp. Zo word je vanzelf beter!
Engels voor Mavo: Waarom het Handig is en Hoe je het Leert!
Engels is superbelangrijk, vooral voor jou! Denk aan je favoriete games, YouTube-video's, social media of als je later op reis gaat. Je gebruikt Engels vaker dan je denkt. Laten we de basis eens bekijken met voorbeelden die je herkent uit Rotterdam!
Waarom Engels? (Why English?)
Engels helpt je overal! Je kunt games spelen, YouTube-video's bekijken zonder ondertitels, en met vrienden over de hele wereld praten. Later is het handig voor stage of werk in Rotterdam of daarbuiten.
Example: My favorite game is Fortnite, and I watch many English streamers on Twitch. (Mijn favoriete game is Fortnite en ik kijk veel Engelse streamers op Twitch.)
Nu of Altijd? (Present Simple & Continuous)
Gebruik de Present Simple voor dingen die je altijd of vaak doet, of die waar zijn. (Ik woon in Rotterdam). Gebruik de Present Continuous voor dingen die je nú aan het doen bent. (Ik ben nu Engels aan het leren).
  • Present Simple: I live in Rotterdam. (Ik woon in Rotterdam.) / He plays football every Saturday. (Hij voetbalt elke zaterdag.)
  • Present Continuous: I am learning English now. (Ik ben nu Engels aan het leren.) / They are playing on their phones. (Zij zijn nu op hun telefoons aan het spelen.)
Wie en Wat? (Pronouns & Articles)
Personal pronouns (persoonlijke voornaamwoorden): I, you, he, she, it, we, they. Dit zijn woorden die een persoon of ding vervangen. (Ik, jij, hij, zij, het, wij, zij). Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden): my, your, his, her, its, our, their. Deze laten zien van wie iets is. (mijn, jouw, zijn, haar, het zijne/hare, onze, hun).
Articles (lidwoorden): A of an gebruik je voor één ding dat je nog niet kent. (een) The gebruik je voor een specifiek ding. (de/het)
  • Pronouns: She (Zij) is my (mijn) friend. They (Zij) are watching their (hun) favorite show.
  • Articles: A (Een) friend from school gave an (een) apple to the (de) teacher.
Eén of Meer? (Plurals)
Voor de meeste woorden maak je een meervoud door er een -s achter te zetten. Soms heb je -es of verandert het woord helemaal.
  • Normal: one game (één game) → two games (twee games)
  • Ends in -s, -x, -ch, -sh: one bus (één bus) → two buses (twee bussen)
  • Ends in -y: one city (één stad) → two cities (twee steden)
  • Irregular: one child (één kind) → two children (twee kinderen) / one person (één persoon) → two people (twee mensen)
Tip: Kijk goed naar het einde van het woord!
Klaar om beter te worden in Engels? Let's go!
Engels is superbelangrijk in jouw leven! Denk aan je favoriete games, YouTube-video's, TikTok en Instagram. Of als je later gaat reizen of werken. Engels opent deuren naar de hele wereld!
Begin met de basis: 'Present Simple'
De Present Simple gebruik je voor dingen die altijd zo zijn of regelmatig gebeuren. Bijvoorbeeld:
"I play football in Rotterdam every Saturday." (Ik speel elke zaterdag voetbal in Rotterdam.)
"She watches YouTube after school." (Zij kijkt YouTube na schooltijd.)
Nu de 'Present Continuous'!
De Present Continuous gebruik je voor iets wat nu aan de gang is. Bijvoorbeeld:
"I am doing my homework right now." (Ik ben nu mijn huiswerk aan het maken.)
"My friends are playing online games." (Mijn vrienden zijn nu online spelletjes aan het spelen.)
Vergeet de lidwoorden niet: A, An, The
Gebruik A of An (een) als je iets algemeens bedoelt:
"I have a new phone." (Ik heb een nieuwe telefoon.)
"She wants an apple." (Zij wil een appel.)
Gebruik The (de/het) als je iets specifieks bedoelt:
"The teacher explained it well." (De leraar legde het goed uit.)
"Can you pass me the ball?" (Kun je me de bal aangeven?)
Wie doet wat? Persoonlijke voornaamwoorden
I (ik), you (jij/u), he (hij), she (zij), it (het), we (wij), they (zij, meervoud).
Bijvoorbeeld:
"We live in Rotterdam." (Wij wonen in Rotterdam.)
"They are good at gaming." (Zij zijn goed in gamen.)
Van wie is het? Bezittelijke voornaamwoorden
My (mijn), your (jouw/uw), his (zijn), her (haar), its (ervan), our (ons/onze), their (hun/hunne).
Bijvoorbeeld:
"This is my schoolbag." (Dit is mijn schooltas.)
"Where is your house in Rotterdam?" (Waar is jouw huis in Rotterdam?)
"Our class is going on a trip." (Onze klas gaat op schoolreis.)
En meer dan één? Meervoud!
Meestal plak je gewoon een -s achter het woord:
"one game, two games" (één spel, twee spellen)
"one friend, many friends" (één vriend, veel vrienden)
Let op de uitzonderingen, zoals woorden die eindigen op -y (story -> stories) of -s, -x, -ch, -sh (watch -> watches).
Jouw docent Engels in Rotterdam helpt je graag! Samen maken we Engels leuk en leerzaam. Met een beetje inzet en oefening beheers je de Engelse grammatica. Zo krijg je meer plezier in social media, games en reizen, en ben je klaar voor de toekomst!